Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien iemand onder u [90]dunkt, dat hij godsdienstig is, en [hij] [91]zijn tong niet in toom houdt, maar [92]zijn hart verleidt, dezes [93]godsdienst is ijdel. 90. Dat is, zichzelf inbeeldt, zich laat voorstaan. 91. Namelijk van lasteren, liegen, vuil spreken, enz.; want uit overvloed des harten spreekt de mond, Matth.12:34. Eene soort van zonde wordt genoemd, waaronder alle andere dergelijke ook verstaan worden. 92. Namelijk door deze ijdele inbeelding. 93. Namelijk die hij uiterlijk betoont, en waarin hij roemt.